Wat een eer voor een plant/boom om het ‘voedsel der goden’ te produceren! Dit is een letterlijke vertaling van de naam van de plant: Theobroma cacao. De chocola die producenten ervan maken, heeft de klank van een guilty pleasure (zondig genot)…
Gebruik
Nog voor de ontdekkingsreizers kwamen, maakten ze in Zuid-Amerika al een drank door de bonen te pletten tot een stroperige vloeistof. Daar gingen pepers of een stof als vanille bij en zo ontstond een ceremoniële drank. De Azteken aten cacaobonen in een groentegerecht met maïs en pepers. Geëxporteerd naar Europa kwamen de bonen pas in zwang toen iemand bedacht om er suiker aan toe te voegen. Zo werd het in de Gouden Eeuw een drank voor de rijken.
Verleidend en depressie-onderdrukkend
Van 1828 tot 1838 lag het patent voor chocolabereiding bij de Amsterdamse fabriek Van Houten. Daar reduceerden ze het vetgehalte en mengden het poeder met melk tot chocolademelk. Reclamemakers beweerden dat chocola zou werken bij liefdesverdriet, omdat het depressies onderdrukt. Bovendien zou de Italiaanse Giacomo Casanova chocola gebruikt hebben bij zijn verleidingspogingen…
De cacaoboom heeft een oorsprong in de Amerikaanse tropen. Als hij in vruchtbare grond staat en veel regen krijgt, dan kan hij wel tachtig jaar oud worden. Vanaf het vierde jaar ontstaan er vruchten uit de fuchsia-achtige bloemen. Bijzonder is dat de zaadpeulen (net als de bloemen) recht aan de stam groeien. De bomen uit deze peulen worden bewerkt tot chocola. Ze bevatten cafeïne en alkaloïde theobromine.